Menu
Zwangerschap

Bijna helft werkende vrouwen heeft discriminatie-ervaring vanwege zwangerschap

Commissie Gelijke Behandeling presenteert in Altijd Wat resultaten grootschalig zwangerschapsonderzoek

Bijna de helft (45%) van de vrouwen op de arbeidsmarkt heeft een ervaring die wijst op discriminatie vanwege zwangerschap, jong moederschap of een kinderwens. Dit blijkt uit onderzoek van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB), die vanavond de resultaten presenteert in het NCRV-opinieprogramma Altijd Wat. Bij meer dan een derde (38%) van de zwangere vrouwen die op het punt stonden een arbeidscontract te tekenen, is het contract gewijzigd of niet doorgegaan toen de zwangerschap duidelijk werd. Onder laagopgeleide vrouwen ligt dat percentage veel hoger, op 67%. Slechts 10% van de vrouwen met een discriminatie-ervaring meldt discriminatie bij hun werkgever of een instantie als de CGB. Redenen hiervoor zijn dat de vrouwen niet goed op de hoogte zijn van de regelgeving of dat ze de relatie met hun leidinggevende goed willen houden.

Met de resultaten uit het onderzoek wil de CGB werknemers en werkgevers bewust maken van de tot nu toe verborgen gebleven omvang van de problematiek. “Er zijn nog veel meer vrouwen die een onprettige ervaring hebben meegemaakt, maar van die 45%, daarvan kunnen we zeggen; dat wijst heel serieus op discriminatie. Dat is ontzettend veel. Dat zou betekenen dat jaarlijks ruim 65.000 vrouwen in Nederland te maken krijgen met situaties die duiden op zwangerschapsdiscriminatie,” vertelt Laurien Koster voorzitter van de CGB. Via TNS-NIPO is een enquête uitgezet die binnen een week door meer dan duizend vrouwen is ingevuld. Ook spraken de onderzoekers met werkgevers en hielden ze diepte-interviews met vrouwen.

Verhoogde kans op discriminatie
Vrouwen met een lager beroepsniveau of een tijdelijke baan hebben een verhoogde kans op discriminatie bij werving en selectie. Zo vermoedt 25% van de ondervraagden die werk zocht op VMBO-niveau dat ze zijn afgewezen vanwege hun zwangerschap, moederschap of kinderwens. Om dezelfde redenen ging bij 67% van deze vrouwen het contract niet door of wijzigde de voorwaarden. Bij vrouwen op WO-niveau ligt dit percentage op 11%. Verder geeft 44% van de vrouwen met een tijdelijk contract aan dat dit niet is verlengd vanwege zwangerschap. Bianca was taxichauffeur en zwanger, zij vertelt in Altijd Wat: “Ik kreeg nooit klachten en mijn contract zou gewoon verlengd worden. Vandaar dat mijn ontslagbrief vanwege mijn zwangerschap mij totaal overrompelde.” Vrouwen met een leidinggevende functie hebben juist bij terugkomst na het zwangerschapsverlof meer kans op discriminatie. Zo worden taken ongevraagd geschrapt of worden de eigen werkzaamheden niet teruggegeven.

Negatieve gevolgen
Zwangere vrouwen of moeders ondervinden eveneens negatieve gevolgen in relatie tot de arbeidsvoorwaarden (31%). Het verlof moest bijvoorbeeld gecompenseerd worden met vakantiedagen of promoties gingen niet door. 23% ervoer discriminatie met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. Het functioneren werd kritischer gevolgd en vrouwen kregen openlijk kritiek op de zwangerschap.

Verborgen probleem
Slechts 36% van de vrouwen die een situatie heeft genoemd die wijst op discriminatie voelt zich ook gediscrimineerd. Dit komt onder andere door gebrek aan kennis over dit onderwerp, zowel bij de werknemers als de werkgevers. Daarnaast is discriminatie niet altijd makkelijk aan te tonen. De situaties waarin discriminatie makkelijker wordt herkend, zijn bij een sollicitatie, contractverlenging of -aanbieding en ontslag. Mede door het niet herkennen van het probleem, melden vrouwen het ook niet makkelijk. Slechts 10% van de gediscrimineerde vrouwen diende hierover een klacht in. Een belangrijke reden is dat vrouwen denken dat het weinig zin heeft en hun relatie met hun leidinggevende niet op het spel willen zetten. Maar ook vermoeidheid door de zwangerschap, stress en angst om benadeeld te worden spelen een rol. Het lage meldingspercentage kan verklaren dat werkgevers de gesignaleerde discriminatie maar heel beperkt herkennen.

Rol werkgever
Een deel van de ondervraagde werkgevers geeft aan dat in specifieke gevallen het economisch belang prevaleert boven het belang van de vrouw. Zo geven zij in geval van tijdelijke banen eerder de voorkeur aan een vrouw die niet zwanger is. Bij werkgevers waar personeel veel fysiek werk moet verrichten, is men minder snel geneigd vrouwen aan te nemen die zwanger zijn. Met name doordat het voor zwangere vrouwen in de latere fase van de zwangerschap moeilijker is om door te werken. Ook omzetverlies of de kosten rondom het inwerken van tijdelijke mensen op leidinggevende functies speelt een rol. Koster: “Kinderen zullen geboren blijven worden en het is sociaal en economisch belangrijk dat vrouwen blijven werken. Er is dus voor alle partijen werk aan de winkel. Het is aan de overheid en de sociale partners om te zoeken naar oplossingen, zoals het onderbrengen van dit soort kosten in een collectieve voorziening of werknemersverzekering.” Natuurlijk zijn er werkgevers die het goed doen en een voorbeeld kunnen zijn voor andere werkgevers. Deze werkgevers proberen door middel van constructieve oplossingen een evenwicht te zoeken tussen bedrijfsbelang en het belang van de zwangere werkneemster.